Deventer, Nederland
MEEWERKSTAGE
Gezinsmaatjes – Ouderbetrokkenheid bij Eritrese gezinnen
Betrokken ouders maken het verschil. Als ouders betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind, voelen kinderen zich beter, doen ze het beter op school en is de kans kleiner dat ze uitvallen. Maar ouderbetrokkenheid ontstaat niet vanzelf – zeker niet als er taal- en cultuurverschillen zijn, zoals bij veel Eritrese gezinnen.
Wij zien dat Eritrese ouders vaak grote moeite hebben om aan te haken bij het Nederlandse onderwijssysteem. Ze begrijpen de schoolbrieven niet, weten niet wat er van hen wordt verwacht, en vinden het lastig om in gesprek te gaan met de leerkracht. Dit leidt regelmatig tot miscommunicatie. Ouders vragen hun kinderen om te vertalen, wat onwenselijk is. Naast een taalbarrière is er ook sprake van een cultuur- en opleidingskloof, waardoor de samenwerking met school moeizaam verloopt. Dit vergroot de kansenongelijkheid voor Eritrese kinderen.
Wat doet een Gezinsmaatje?
Als gezinsmaatje help je ouders om beter mee te kunnen doen in de schoolontwikkeling van hun kind. Je bent een brug tussen het gezin en de wereld van school, en je laat de ouders in de praktijk zien hoe samenwerking met school eruit kan zien. Je versterkt de ouderrol en vergroot het vertrouwen van ouders in zichzelf.
Je gaat een jaar lang ongeveer één keer per week na schooltijd op bezoek bij het gezin. Je hebt contact met ouders én kinderen, en ondersteunt bij alles wat met school te maken heeft. Je helpt ouders om informatie te begrijpen, gesprekken met school voor te bereiden, en mee te denken over de ontwikkeling van hun kind. Je neemt ouders niet alles uit handen, maar loopt met hen mee en versterkt hun rol.
Voorbeelden van taken als gezinsmaatje:
Helpen met het installeren en gebruiken van het ouderportaal.
Schoolbrieven samen doornemen, uitleg geven en meedenken over eventuele acties (gesprekken, formulieren, schoolreisje, ouderbijdrage).
Mee naar oudergesprekken op school en deze voorbereiden en nabespreken.
Praten met ouders en kinderen over school, huiswerk, wat goed gaat en wat lastig is.
Helpen bij het oriënteren op vervolgonderwijs of toetsen zoals de eindtoets.
Aansluiten bij wat op school gebeurt: herfstbladeren zoeken, filmpjes kijken, naar de kinderboerderij.
De moedertaal stimuleren: voorlezen, spelletjes doen of praten in de eigen taal.
Het gezin kennis laten maken met voorzieningen zoals de bibliotheek of sportclubs.
Ondersteunen bij het aanvragen van hulp via Stichting Leergeld of de gemeente.
Signaleren hoe het kind zich voelt, of ouders zorgen hebben en waar nodig overleggen met school (altijd in overleg met ouders).
Ouders stimuleren om mee te doen op school, bijvoorbeeld bij een uitje of ouderavond.
Belangrijke uitgangspunten:
Je bent er voor het hele gezin, maar met als focus het versterken van de positie van de ouders.
Je bent geen hulpverlener, maar een betrokken maatje: meer als een tante of oom dan als een juf of meester.
Je werkt altijd mét ouders, niet namens hen. Je communiceert nooit met school zonder dat ouders op de hoogte zijn.
Je bent gevoelig voor de culturele achtergrond en eergevoelens van ouders. Kritiek komt vaak hard aan – kies je woorden zorgvuldig.
Je neemt niets over wat bij een andere organisatie hoort, maar verwijst door als dat nodig is.
Je bent flexibel, doet wat nodig is, maar bewaakt ook je eigen grenzen.
Tot slot:
Wat je doet is belangrijk, maar hoe je het doet is nóg belangrijker. Ouders moeten zich gezien, gerespecteerd en serieus genomen voelen. Jij helpt ze hun plek als ouder in Nederland te vinden. Niet door te sturen, maar door samen op weg te gaan.
Gezinsmaatjes – Ouderbetrokkenheid bij Eritrese gezinnen
Betrokken ouders maken het verschil. Als ouders betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind, voelen kinderen zich beter, doen ze het beter op school en is de kans kleiner dat ze uitvallen. Maar ouderbetrokkenheid ontstaat niet vanzelf – zeker niet als er taal- en cultuurverschillen zijn, zoals bij veel Eritrese gezinnen.
Wij zien dat Eritrese ouders vaak grote moeite hebben om aan te haken bij het Nederlandse onderwijssysteem. Ze begrijpen de schoolbrieven niet, weten niet wat er van hen wordt verwacht, en vinden het lastig om in gesprek te gaan met de leerkracht. Dit leidt regelmatig tot miscommunicatie. Ouders vragen hun kinderen om te vertalen, wat onwenselijk is. Naast een taalbarrière is er ook sprake van een cultuur- en opleidingskloof, waardoor de samenwerking met school moeizaam verloopt. Dit vergroot de kansenongelijkheid voor Eritrese kinderen.
Wat doet een Gezinsmaatje?
Als gezinsmaatje help je ouders om beter mee te kunnen doen in de schoolontwikkeling van hun kind. Je bent een brug tussen het gezin en de wereld van school, en je laat de ouders in de praktijk zien hoe samenwerking met school eruit kan zien. Je versterkt de ouderrol en vergroot het vertrouwen van ouders in zichzelf.
Je gaat een jaar lang ongeveer één keer per week na schooltijd op bezoek bij het gezin. Je hebt contact met ouders én kinderen, en ondersteunt bij alles wat met school te maken heeft. Je helpt ouders om informatie te begrijpen, gesprekken met school voor te bereiden, en mee te denken over de ontwikkeling van hun kind. Je neemt ouders niet alles uit handen, maar loopt met hen mee en versterkt hun rol.
Voorbeelden van taken als gezinsmaatje:
Helpen met het installeren en gebruiken van het ouderportaal.
Schoolbrieven samen doornemen, uitleg geven en meedenken over eventuele acties (gesprekken, formulieren, schoolreisje, ouderbijdrage).
Mee naar oudergesprekken op school en deze voorbereiden en nabespreken.
Praten met ouders en kinderen over school, huiswerk, wat goed gaat en wat lastig is.
Helpen bij het oriënteren op vervolgonderwijs of toetsen zoals de eindtoets.
Aansluiten bij wat op school gebeurt: herfstbladeren zoeken, filmpjes kijken, naar de kinderboerderij.
De moedertaal stimuleren: voorlezen, spelletjes doen of praten in de eigen taal.
Het gezin kennis laten maken met voorzieningen zoals de bibliotheek of sportclubs.
Ondersteunen bij het aanvragen van hulp via Stichting Leergeld of de gemeente.
Signaleren hoe het kind zich voelt, of ouders zorgen hebben en waar nodig overleggen met school (altijd in overleg met ouders).
Ouders stimuleren om mee te doen op school, bijvoorbeeld bij een uitje of ouderavond.
Belangrijke uitgangspunten:
Je bent er voor het hele gezin, maar met als focus het versterken van de positie van de ouders.
Je bent geen hulpverlener, maar een betrokken maatje: meer als een tante of oom dan als een juf of meester.
Je werkt altijd mét ouders, niet namens hen. Je communiceert nooit met school zonder dat ouders op de hoogte zijn.
Je bent gevoelig voor de culturele achtergrond en eergevoelens van ouders. Kritiek komt vaak hard aan – kies je woorden zorgvuldig.
Je neemt niets over wat bij een andere organisatie hoort, maar verwijst door als dat nodig is.
Je bent flexibel, doet wat nodig is, maar bewaakt ook je eigen grenzen.
Tot slot:
Wat je doet is belangrijk, maar hoe je het doet is nóg belangrijker. Ouders moeten zich gezien, gerespecteerd en serieus genomen voelen. Jij helpt ze hun plek als ouder in Nederland te vinden. Niet door te sturen, maar door samen op weg te gaan.
Gezinsmaatjes – Ouderbetrokkenheid bij Eritrese gezinnen
Betrokken ouders maken het verschil. Als ouders betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind, voelen kinderen zich beter, doen ze het beter op school en is de kans kleiner dat ze uitvallen. Maar ouderbetrokkenheid ontstaat niet vanzelf – zeker niet als er taal- en cultuurverschillen zijn, zoals bij veel Eritrese gezinnen.
Wij zien dat Eritrese ouders vaak grote moeite hebben om aan te haken bij het Nederlandse onderwijssysteem. Ze begrijpen de schoolbrieven niet, weten niet wat er van hen wordt verwacht, en vinden het lastig om in gesprek te gaan met de leerkracht. Dit leidt regelmatig tot miscommunicatie. Ouders vragen hun kinderen om te vertalen, wat onwenselijk is. Naast een taalbarrière is er ook sprake van een cultuur- en opleidingskloof, waardoor de samenwerking met school moeizaam verloopt. Dit vergroot de kansenongelijkheid voor Eritrese kinderen.
Wat doet een Gezinsmaatje?
Als gezinsmaatje help je ouders om beter mee te kunnen doen in de schoolontwikkeling van hun kind. Je bent een brug tussen het gezin en de wereld van school, en je laat de ouders in de praktijk zien hoe samenwerking met school eruit kan zien. Je versterkt de ouderrol en vergroot het vertrouwen van ouders in zichzelf.
Je gaat een jaar lang ongeveer één keer per week na schooltijd op bezoek bij het gezin. Je hebt contact met ouders én kinderen, en ondersteunt bij alles wat met school te maken heeft. Je helpt ouders om informatie te begrijpen, gesprekken met school voor te bereiden, en mee te denken over de ontwikkeling van hun kind. Je neemt ouders niet alles uit handen, maar loopt met hen mee en versterkt hun rol.
Voorbeelden van taken als gezinsmaatje:
Helpen met het installeren en gebruiken van het ouderportaal.
Schoolbrieven samen doornemen, uitleg geven en meedenken over eventuele acties (gesprekken, formulieren, schoolreisje, ouderbijdrage).
Mee naar oudergesprekken op school en deze voorbereiden en nabespreken.
Praten met ouders en kinderen over school, huiswerk, wat goed gaat en wat lastig is.
Helpen bij het oriënteren op vervolgonderwijs of toetsen zoals de eindtoets.
Aansluiten bij wat op school gebeurt: herfstbladeren zoeken, filmpjes kijken, naar de kinderboerderij.
De moedertaal stimuleren: voorlezen, spelletjes doen of praten in de eigen taal.
Het gezin kennis laten maken met voorzieningen zoals de bibliotheek of sportclubs.
Ondersteunen bij het aanvragen van hulp via Stichting Leergeld of de gemeente.
Signaleren hoe het kind zich voelt, of ouders zorgen hebben en waar nodig overleggen met school (altijd in overleg met ouders).
Ouders stimuleren om mee te doen op school, bijvoorbeeld bij een uitje of ouderavond.
Belangrijke uitgangspunten:
Je bent er voor het hele gezin, maar met als focus het versterken van de positie van de ouders.
Je bent geen hulpverlener, maar een betrokken maatje: meer als een tante of oom dan als een juf of meester.
Je werkt altijd mét ouders, niet namens hen. Je communiceert nooit met school zonder dat ouders op de hoogte zijn.
Je bent gevoelig voor de culturele achtergrond en eergevoelens van ouders. Kritiek komt vaak hard aan – kies je woorden zorgvuldig.
Je neemt niets over wat bij een andere organisatie hoort, maar verwijst door als dat nodig is.
Je bent flexibel, doet wat nodig is, maar bewaakt ook je eigen grenzen.
Tot slot:
Wat je doet is belangrijk, maar hoe je het doet is nóg belangrijker. Ouders moeten zich gezien, gerespecteerd en serieus genomen voelen. Jij helpt ze hun plek als ouder in Nederland te vinden. Niet door te sturen, maar door samen op weg te gaan.
Gezinsmaatjes – Ouderbetrokkenheid bij Eritrese gezinnen
Betrokken ouders maken het verschil. Als ouders betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind, voelen kinderen zich beter, doen ze het beter op school en is de kans kleiner dat ze uitvallen. Maar ouderbetrokkenheid ontstaat niet vanzelf – zeker niet als er taal- en cultuurverschillen zijn, zoals bij veel Eritrese gezinnen.
Wij zien dat Eritrese ouders vaak grote moeite hebben om aan te haken bij het Nederlandse onderwijssysteem. Ze begrijpen de schoolbrieven niet, weten niet wat er van hen wordt verwacht, en vinden het lastig om in gesprek te gaan met de leerkracht. Dit leidt regelmatig tot miscommunicatie. Ouders vragen hun kinderen om te vertalen, wat onwenselijk is. Naast een taalbarrière is er ook sprake van een cultuur- en opleidingskloof, waardoor de samenwerking met school moeizaam verloopt. Dit vergroot de kansenongelijkheid voor Eritrese kinderen.
Wat doet een Gezinsmaatje?
Als gezinsmaatje help je ouders om beter mee te kunnen doen in de schoolontwikkeling van hun kind. Je bent een brug tussen het gezin en de wereld van school, en je laat de ouders in de praktijk zien hoe samenwerking met school eruit kan zien. Je versterkt de ouderrol en vergroot het vertrouwen van ouders in zichzelf.
Je gaat een jaar lang ongeveer één keer per week na schooltijd op bezoek bij het gezin. Je hebt contact met ouders én kinderen, en ondersteunt bij alles wat met school te maken heeft. Je helpt ouders om informatie te begrijpen, gesprekken met school voor te bereiden, en mee te denken over de ontwikkeling van hun kind. Je neemt ouders niet alles uit handen, maar loopt met hen mee en versterkt hun rol.
Voorbeelden van taken als gezinsmaatje:
Helpen met het installeren en gebruiken van het ouderportaal.
Schoolbrieven samen doornemen, uitleg geven en meedenken over eventuele acties (gesprekken, formulieren, schoolreisje, ouderbijdrage).
Mee naar oudergesprekken op school en deze voorbereiden en nabespreken.
Praten met ouders en kinderen over school, huiswerk, wat goed gaat en wat lastig is.
Helpen bij het oriënteren op vervolgonderwijs of toetsen zoals de eindtoets.
Aansluiten bij wat op school gebeurt: herfstbladeren zoeken, filmpjes kijken, naar de kinderboerderij.
De moedertaal stimuleren: voorlezen, spelletjes doen of praten in de eigen taal.
Het gezin kennis laten maken met voorzieningen zoals de bibliotheek of sportclubs.
Ondersteunen bij het aanvragen van hulp via Stichting Leergeld of de gemeente.
Signaleren hoe het kind zich voelt, of ouders zorgen hebben en waar nodig overleggen met school (altijd in overleg met ouders).
Ouders stimuleren om mee te doen op school, bijvoorbeeld bij een uitje of ouderavond.
Belangrijke uitgangspunten:
Je bent er voor het hele gezin, maar met als focus het versterken van de positie van de ouders.
Je bent geen hulpverlener, maar een betrokken maatje: meer als een tante of oom dan als een juf of meester.
Je werkt altijd mét ouders, niet namens hen. Je communiceert nooit met school zonder dat ouders op de hoogte zijn.
Je bent gevoelig voor de culturele achtergrond en eergevoelens van ouders. Kritiek komt vaak hard aan – kies je woorden zorgvuldig.
Je neemt niets over wat bij een andere organisatie hoort, maar verwijst door als dat nodig is.
Je bent flexibel, doet wat nodig is, maar bewaakt ook je eigen grenzen.
Tot slot:
Wat je doet is belangrijk, maar hoe je het doet is nóg belangrijker. Ouders moeten zich gezien, gerespecteerd en serieus genomen voelen. Jij helpt ze hun plek als ouder in Nederland te vinden. Niet door te sturen, maar door samen op weg te gaan.
Gezinsmaatjes – Ouderbetrokkenheid bij Eritrese gezinnen
Betrokken ouders maken het verschil. Als ouders betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind, voelen kinderen zich beter, doen ze het beter op school en is de kans kleiner dat ze uitvallen. Maar ouderbetrokkenheid ontstaat niet vanzelf – zeker niet als er taal- en cultuurverschillen zijn, zoals bij veel Eritrese gezinnen.
Wij zien dat Eritrese ouders vaak grote moeite hebben om aan te haken bij het Nederlandse onderwijssysteem. Ze begrijpen de schoolbrieven niet, weten niet wat er van hen wordt verwacht, en vinden het lastig om in gesprek te gaan met de leerkracht. Dit leidt regelmatig tot miscommunicatie. Ouders vragen hun kinderen om te vertalen, wat onwenselijk is. Naast een taalbarrière is er ook sprake van een cultuur- en opleidingskloof, waardoor de samenwerking met school moeizaam verloopt. Dit vergroot de kansenongelijkheid voor Eritrese kinderen.
Wat doet een Gezinsmaatje?
Als gezinsmaatje help je ouders om beter mee te kunnen doen in de schoolontwikkeling van hun kind. Je bent een brug tussen het gezin en de wereld van school, en je laat de ouders in de praktijk zien hoe samenwerking met school eruit kan zien. Je versterkt de ouderrol en vergroot het vertrouwen van ouders in zichzelf.
Je gaat een jaar lang ongeveer één keer per week na schooltijd op bezoek bij het gezin. Je hebt contact met ouders én kinderen, en ondersteunt bij alles wat met school te maken heeft. Je helpt ouders om informatie te begrijpen, gesprekken met school voor te bereiden, en mee te denken over de ontwikkeling van hun kind. Je neemt ouders niet alles uit handen, maar loopt met hen mee en versterkt hun rol.
Voorbeelden van taken als gezinsmaatje:
Helpen met het installeren en gebruiken van het ouderportaal.
Schoolbrieven samen doornemen, uitleg geven en meedenken over eventuele acties (gesprekken, formulieren, schoolreisje, ouderbijdrage).
Mee naar oudergesprekken op school en deze voorbereiden en nabespreken.
Praten met ouders en kinderen over school, huiswerk, wat goed gaat en wat lastig is.
Helpen bij het oriënteren op vervolgonderwijs of toetsen zoals de eindtoets.
Aansluiten bij wat op school gebeurt: herfstbladeren zoeken, filmpjes kijken, naar de kinderboerderij.
De moedertaal stimuleren: voorlezen, spelletjes doen of praten in de eigen taal.
Het gezin kennis laten maken met voorzieningen zoals de bibliotheek of sportclubs.
Ondersteunen bij het aanvragen van hulp via Stichting Leergeld of de gemeente.
Signaleren hoe het kind zich voelt, of ouders zorgen hebben en waar nodig overleggen met school (altijd in overleg met ouders).
Ouders stimuleren om mee te doen op school, bijvoorbeeld bij een uitje of ouderavond.
Belangrijke uitgangspunten:
Je bent er voor het hele gezin, maar met als focus het versterken van de positie van de ouders.
Je bent geen hulpverlener, maar een betrokken maatje: meer als een tante of oom dan als een juf of meester.
Je werkt altijd mét ouders, niet namens hen. Je communiceert nooit met school zonder dat ouders op de hoogte zijn.
Je bent gevoelig voor de culturele achtergrond en eergevoelens van ouders. Kritiek komt vaak hard aan – kies je woorden zorgvuldig.
Je neemt niets over wat bij een andere organisatie hoort, maar verwijst door als dat nodig is.
Je bent flexibel, doet wat nodig is, maar bewaakt ook je eigen grenzen.
Tot slot:
Wat je doet is belangrijk, maar hoe je het doet is nóg belangrijker. Ouders moeten zich gezien, gerespecteerd en serieus genomen voelen. Jij helpt ze hun plek als ouder in Nederland te vinden. Niet door te sturen, maar door samen op weg te gaan.
Gezinsmaatjes – Ouderbetrokkenheid bij Eritrese gezinnen
Betrokken ouders maken het verschil. Als ouders betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind, voelen kinderen zich beter, doen ze het beter op school en is de kans kleiner dat ze uitvallen. Maar ouderbetrokkenheid ontstaat niet vanzelf – zeker niet als er taal- en cultuurverschillen zijn, zoals bij veel Eritrese gezinnen.
Wij zien dat Eritrese ouders vaak grote moeite hebben om aan te haken bij het Nederlandse onderwijssysteem. Ze begrijpen de schoolbrieven niet, weten niet wat er van hen wordt verwacht, en vinden het lastig om in gesprek te gaan met de leerkracht. Dit leidt regelmatig tot miscommunicatie. Ouders vragen hun kinderen om te vertalen, wat onwenselijk is. Naast een taalbarrière is er ook sprake van een cultuur- en opleidingskloof, waardoor de samenwerking met school moeizaam verloopt. Dit vergroot de kansenongelijkheid voor Eritrese kinderen.
Wat doet een Gezinsmaatje?
Als gezinsmaatje help je ouders om beter mee te kunnen doen in de schoolontwikkeling van hun kind. Je bent een brug tussen het gezin en de wereld van school, en je laat de ouders in de praktijk zien hoe samenwerking met school eruit kan zien. Je versterkt de ouderrol en vergroot het vertrouwen van ouders in zichzelf.
Je gaat een jaar lang ongeveer één keer per week na schooltijd op bezoek bij het gezin. Je hebt contact met ouders én kinderen, en ondersteunt bij alles wat met school te maken heeft. Je helpt ouders om informatie te begrijpen, gesprekken met school voor te bereiden, en mee te denken over de ontwikkeling van hun kind. Je neemt ouders niet alles uit handen, maar loopt met hen mee en versterkt hun rol.
Voorbeelden van taken als gezinsmaatje:
Helpen met het installeren en gebruiken van het ouderportaal.
Schoolbrieven samen doornemen, uitleg geven en meedenken over eventuele acties (gesprekken, formulieren, schoolreisje, ouderbijdrage).
Mee naar oudergesprekken op school en deze voorbereiden en nabespreken.
Praten met ouders en kinderen over school, huiswerk, wat goed gaat en wat lastig is.
Helpen bij het oriënteren op vervolgonderwijs of toetsen zoals de eindtoets.
Aansluiten bij wat op school gebeurt: herfstbladeren zoeken, filmpjes kijken, naar de kinderboerderij.
De moedertaal stimuleren: voorlezen, spelletjes doen of praten in de eigen taal.
Het gezin kennis laten maken met voorzieningen zoals de bibliotheek of sportclubs.
Ondersteunen bij het aanvragen van hulp via Stichting Leergeld of de gemeente.
Signaleren hoe het kind zich voelt, of ouders zorgen hebben en waar nodig overleggen met school (altijd in overleg met ouders).
Ouders stimuleren om mee te doen op school, bijvoorbeeld bij een uitje of ouderavond.
Belangrijke uitgangspunten:
Je bent er voor het hele gezin, maar met als focus het versterken van de positie van de ouders.
Je bent geen hulpverlener, maar een betrokken maatje: meer als een tante of oom dan als een juf of meester.
Je werkt altijd mét ouders, niet namens hen. Je communiceert nooit met school zonder dat ouders op de hoogte zijn.
Je bent gevoelig voor de culturele achtergrond en eergevoelens van ouders. Kritiek komt vaak hard aan – kies je woorden zorgvuldig.
Je neemt niets over wat bij een andere organisatie hoort, maar verwijst door als dat nodig is.
Je bent flexibel, doet wat nodig is, maar bewaakt ook je eigen grenzen.
Tot slot:
Wat je doet is belangrijk, maar hoe je het doet is nóg belangrijker. Ouders moeten zich gezien, gerespecteerd en serieus genomen voelen. Jij helpt ze hun plek als ouder in Nederland te vinden. Niet door te sturen, maar door samen op weg te gaan.
Gezinsmaatjes – Ouderbetrokkenheid bij Eritrese gezinnen
Betrokken ouders maken het verschil. Als ouders betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind, voelen kinderen zich beter, doen ze het beter op school en is de kans kleiner dat ze uitvallen. Maar ouderbetrokkenheid ontstaat niet vanzelf – zeker niet als er taal- en cultuurverschillen zijn, zoals bij veel Eritrese gezinnen.
Wij zien dat Eritrese ouders vaak grote moeite hebben om aan te haken bij het Nederlandse onderwijssysteem. Ze begrijpen de schoolbrieven niet, weten niet wat er van hen wordt verwacht, en vinden het lastig om in gesprek te gaan met de leerkracht. Dit leidt regelmatig tot miscommunicatie. Ouders vragen hun kinderen om te vertalen, wat onwenselijk is. Naast een taalbarrière is er ook sprake van een cultuur- en opleidingskloof, waardoor de samenwerking met school moeizaam verloopt. Dit vergroot de kansenongelijkheid voor Eritrese kinderen.
Wat doet een Gezinsmaatje?
Als gezinsmaatje help je ouders om beter mee te kunnen doen in de schoolontwikkeling van hun kind. Je bent een brug tussen het gezin en de wereld van school, en je laat de ouders in de praktijk zien hoe samenwerking met school eruit kan zien. Je versterkt de ouderrol en vergroot het vertrouwen van ouders in zichzelf.
Je gaat een jaar lang ongeveer één keer per week na schooltijd op bezoek bij het gezin. Je hebt contact met ouders én kinderen, en ondersteunt bij alles wat met school te maken heeft. Je helpt ouders om informatie te begrijpen, gesprekken met school voor te bereiden, en mee te denken over de ontwikkeling van hun kind. Je neemt ouders niet alles uit handen, maar loopt met hen mee en versterkt hun rol.
Voorbeelden van taken als gezinsmaatje:
Helpen met het installeren en gebruiken van het ouderportaal.
Schoolbrieven samen doornemen, uitleg geven en meedenken over eventuele acties (gesprekken, formulieren, schoolreisje, ouderbijdrage).
Mee naar oudergesprekken op school en deze voorbereiden en nabespreken.
Praten met ouders en kinderen over school, huiswerk, wat goed gaat en wat lastig is.
Helpen bij het oriënteren op vervolgonderwijs of toetsen zoals de eindtoets.
Aansluiten bij wat op school gebeurt: herfstbladeren zoeken, filmpjes kijken, naar de kinderboerderij.
De moedertaal stimuleren: voorlezen, spelletjes doen of praten in de eigen taal.
Het gezin kennis laten maken met voorzieningen zoals de bibliotheek of sportclubs.
Ondersteunen bij het aanvragen van hulp via Stichting Leergeld of de gemeente.
Signaleren hoe het kind zich voelt, of ouders zorgen hebben en waar nodig overleggen met school (altijd in overleg met ouders).
Ouders stimuleren om mee te doen op school, bijvoorbeeld bij een uitje of ouderavond.
Belangrijke uitgangspunten:
Je bent er voor het hele gezin, maar met als focus het versterken van de positie van de ouders.
Je bent geen hulpverlener, maar een betrokken maatje: meer als een tante of oom dan als een juf of meester.
Je werkt altijd mét ouders, niet namens hen. Je communiceert nooit met school zonder dat ouders op de hoogte zijn.
Je bent gevoelig voor de culturele achtergrond en eergevoelens van ouders. Kritiek komt vaak hard aan – kies je woorden zorgvuldig.
Je neemt niets over wat bij een andere organisatie hoort, maar verwijst door als dat nodig is.
Je bent flexibel, doet wat nodig is, maar bewaakt ook je eigen grenzen.
Tot slot:
Wat je doet is belangrijk, maar hoe je het doet is nóg belangrijker. Ouders moeten zich gezien, gerespecteerd en serieus genomen voelen. Jij helpt ze hun plek als ouder in Nederland te vinden. Niet door te sturen, maar door samen op weg te gaan.
Gezinsmaatjes – Ouderbetrokkenheid bij Eritrese gezinnen
Betrokken ouders maken het verschil. Als ouders betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind, voelen kinderen zich beter, doen ze het beter op school en is de kans kleiner dat ze uitvallen. Maar ouderbetrokkenheid ontstaat niet vanzelf – zeker niet als er taal- en cultuurverschillen zijn, zoals bij veel Eritrese gezinnen.
Wij zien dat Eritrese ouders vaak grote moeite hebben om aan te haken bij het Nederlandse onderwijssysteem. Ze begrijpen de schoolbrieven niet, weten niet wat er van hen wordt verwacht, en vinden het lastig om in gesprek te gaan met de leerkracht. Dit leidt regelmatig tot miscommunicatie. Ouders vragen hun kinderen om te vertalen, wat onwenselijk is. Naast een taalbarrière is er ook sprake van een cultuur- en opleidingskloof, waardoor de samenwerking met school moeizaam verloopt. Dit vergroot de kansenongelijkheid voor Eritrese kinderen.
Wat doet een Gezinsmaatje?
Als gezinsmaatje help je ouders om beter mee te kunnen doen in de schoolontwikkeling van hun kind. Je bent een brug tussen het gezin en de wereld van school, en je laat de ouders in de praktijk zien hoe samenwerking met school eruit kan zien. Je versterkt de ouderrol en vergroot het vertrouwen van ouders in zichzelf.
Je gaat een jaar lang ongeveer één keer per week na schooltijd op bezoek bij het gezin. Je hebt contact met ouders én kinderen, en ondersteunt bij alles wat met school te maken heeft. Je helpt ouders om informatie te begrijpen, gesprekken met school voor te bereiden, en mee te denken over de ontwikkeling van hun kind. Je neemt ouders niet alles uit handen, maar loopt met hen mee en versterkt hun rol.
Voorbeelden van taken als gezinsmaatje:
Helpen met het installeren en gebruiken van het ouderportaal.
Schoolbrieven samen doornemen, uitleg geven en meedenken over eventuele acties (gesprekken, formulieren, schoolreisje, ouderbijdrage).
Mee naar oudergesprekken op school en deze voorbereiden en nabespreken.
Praten met ouders en kinderen over school, huiswerk, wat goed gaat en wat lastig is.
Helpen bij het oriënteren op vervolgonderwijs of toetsen zoals de eindtoets.
Aansluiten bij wat op school gebeurt: herfstbladeren zoeken, filmpjes kijken, naar de kinderboerderij.
De moedertaal stimuleren: voorlezen, spelletjes doen of praten in de eigen taal.
Het gezin kennis laten maken met voorzieningen zoals de bibliotheek of sportclubs.
Ondersteunen bij het aanvragen van hulp via Stichting Leergeld of de gemeente.
Signaleren hoe het kind zich voelt, of ouders zorgen hebben en waar nodig overleggen met school (altijd in overleg met ouders).
Ouders stimuleren om mee te doen op school, bijvoorbeeld bij een uitje of ouderavond.
Belangrijke uitgangspunten:
Je bent er voor het hele gezin, maar met als focus het versterken van de positie van de ouders.
Je bent geen hulpverlener, maar een betrokken maatje: meer als een tante of oom dan als een juf of meester.
Je werkt altijd mét ouders, niet namens hen. Je communiceert nooit met school zonder dat ouders op de hoogte zijn.
Je bent gevoelig voor de culturele achtergrond en eergevoelens van ouders. Kritiek komt vaak hard aan – kies je woorden zorgvuldig.
Je neemt niets over wat bij een andere organisatie hoort, maar verwijst door als dat nodig is.
Je bent flexibel, doet wat nodig is, maar bewaakt ook je eigen grenzen.
Tot slot:
Wat je doet is belangrijk, maar hoe je het doet is nóg belangrijker. Ouders moeten zich gezien, gerespecteerd en serieus genomen voelen. Jij helpt ze hun plek als ouder in Nederland te vinden. Niet door te sturen, maar door samen op weg te gaan.
Gezinsmaatjes – Ouderbetrokkenheid bij Eritrese gezinnen
Betrokken ouders maken het verschil. Als ouders betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind, voelen kinderen zich beter, doen ze het beter op school en is de kans kleiner dat ze uitvallen. Maar ouderbetrokkenheid ontstaat niet vanzelf – zeker niet als er taal- en cultuurverschillen zijn, zoals bij veel Eritrese gezinnen.
Wij zien dat Eritrese ouders vaak grote moeite hebben om aan te haken bij het Nederlandse onderwijssysteem. Ze begrijpen de schoolbrieven niet, weten niet wat er van hen wordt verwacht, en vinden het lastig om in gesprek te gaan met de leerkracht. Dit leidt regelmatig tot miscommunicatie. Ouders vragen hun kinderen om te vertalen, wat onwenselijk is. Naast een taalbarrière is er ook sprake van een cultuur- en opleidingskloof, waardoor de samenwerking met school moeizaam verloopt. Dit vergroot de kansenongelijkheid voor Eritrese kinderen.
Wat doet een Gezinsmaatje?
Als gezinsmaatje help je ouders om beter mee te kunnen doen in de schoolontwikkeling van hun kind. Je bent een brug tussen het gezin en de wereld van school, en je laat de ouders in de praktijk zien hoe samenwerking met school eruit kan zien. Je versterkt de ouderrol en vergroot het vertrouwen van ouders in zichzelf.
Je gaat een jaar lang ongeveer één keer per week na schooltijd op bezoek bij het gezin. Je hebt contact met ouders én kinderen, en ondersteunt bij alles wat met school te maken heeft. Je helpt ouders om informatie te begrijpen, gesprekken met school voor te bereiden, en mee te denken over de ontwikkeling van hun kind. Je neemt ouders niet alles uit handen, maar loopt met hen mee en versterkt hun rol.
Voorbeelden van taken als gezinsmaatje:
Helpen met het installeren en gebruiken van het ouderportaal.
Schoolbrieven samen doornemen, uitleg geven en meedenken over eventuele acties (gesprekken, formulieren, schoolreisje, ouderbijdrage).
Mee naar oudergesprekken op school en deze voorbereiden en nabespreken.
Praten met ouders en kinderen over school, huiswerk, wat goed gaat en wat lastig is.
Helpen bij het oriënteren op vervolgonderwijs of toetsen zoals de eindtoets.
Aansluiten bij wat op school gebeurt: herfstbladeren zoeken, filmpjes kijken, naar de kinderboerderij.
De moedertaal stimuleren: voorlezen, spelletjes doen of praten in de eigen taal.
Het gezin kennis laten maken met voorzieningen zoals de bibliotheek of sportclubs.
Ondersteunen bij het aanvragen van hulp via Stichting Leergeld of de gemeente.
Signaleren hoe het kind zich voelt, of ouders zorgen hebben en waar nodig overleggen met school (altijd in overleg met ouders).
Ouders stimuleren om mee te doen op school, bijvoorbeeld bij een uitje of ouderavond.
Belangrijke uitgangspunten:
Je bent er voor het hele gezin, maar met als focus het versterken van de positie van de ouders.
Je bent geen hulpverlener, maar een betrokken maatje: meer als een tante of oom dan als een juf of meester.
Je werkt altijd mét ouders, niet namens hen. Je communiceert nooit met school zonder dat ouders op de hoogte zijn.
Je bent gevoelig voor de culturele achtergrond en eergevoelens van ouders. Kritiek komt vaak hard aan – kies je woorden zorgvuldig.
Je neemt niets over wat bij een andere organisatie hoort, maar verwijst door als dat nodig is.
Je bent flexibel, doet wat nodig is, maar bewaakt ook je eigen grenzen.
Tot slot:
Wat je doet is belangrijk, maar hoe je het doet is nóg belangrijker. Ouders moeten zich gezien, gerespecteerd en serieus genomen voelen. Jij helpt ze hun plek als ouder in Nederland te vinden. Niet door te sturen, maar door samen op weg te gaan.
Gezinsmaatjes – Ouderbetrokkenheid bij Eritrese gezinnen
Betrokken ouders maken het verschil. Als ouders betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind, voelen kinderen zich beter, doen ze het beter op school en is de kans kleiner dat ze uitvallen. Maar ouderbetrokkenheid ontstaat niet vanzelf – zeker niet als er taal- en cultuurverschillen zijn, zoals bij veel Eritrese gezinnen.
Wij zien dat Eritrese ouders vaak grote moeite hebben om aan te haken bij het Nederlandse onderwijssysteem. Ze begrijpen de schoolbrieven niet, weten niet wat er van hen wordt verwacht, en vinden het lastig om in gesprek te gaan met de leerkracht. Dit leidt regelmatig tot miscommunicatie. Ouders vragen hun kinderen om te vertalen, wat onwenselijk is. Naast een taalbarrière is er ook sprake van een cultuur- en opleidingskloof, waardoor de samenwerking met school moeizaam verloopt. Dit vergroot de kansenongelijkheid voor Eritrese kinderen.
Wat doet een Gezinsmaatje?
Als gezinsmaatje help je ouders om beter mee te kunnen doen in de schoolontwikkeling van hun kind. Je bent een brug tussen het gezin en de wereld van school, en je laat de ouders in de praktijk zien hoe samenwerking met school eruit kan zien. Je versterkt de ouderrol en vergroot het vertrouwen van ouders in zichzelf.
Je gaat een jaar lang ongeveer één keer per week na schooltijd op bezoek bij het gezin. Je hebt contact met ouders én kinderen, en ondersteunt bij alles wat met school te maken heeft. Je helpt ouders om informatie te begrijpen, gesprekken met school voor te bereiden, en mee te denken over de ontwikkeling van hun kind. Je neemt ouders niet alles uit handen, maar loopt met hen mee en versterkt hun rol.
Voorbeelden van taken als gezinsmaatje:
Helpen met het installeren en gebruiken van het ouderportaal.
Schoolbrieven samen doornemen, uitleg geven en meedenken over eventuele acties (gesprekken, formulieren, schoolreisje, ouderbijdrage).
Mee naar oudergesprekken op school en deze voorbereiden en nabespreken.
Praten met ouders en kinderen over school, huiswerk, wat goed gaat en wat lastig is.
Helpen bij het oriënteren op vervolgonderwijs of toetsen zoals de eindtoets.
Aansluiten bij wat op school gebeurt: herfstbladeren zoeken, filmpjes kijken, naar de kinderboerderij.
De moedertaal stimuleren: voorlezen, spelletjes doen of praten in de eigen taal.
Het gezin kennis laten maken met voorzieningen zoals de bibliotheek of sportclubs.
Ondersteunen bij het aanvragen van hulp via Stichting Leergeld of de gemeente.
Signaleren hoe het kind zich voelt, of ouders zorgen hebben en waar nodig overleggen met school (altijd in overleg met ouders).
Ouders stimuleren om mee te doen op school, bijvoorbeeld bij een uitje of ouderavond.
Belangrijke uitgangspunten:
Je bent er voor het hele gezin, maar met als focus het versterken van de positie van de ouders.
Je bent geen hulpverlener, maar een betrokken maatje: meer als een tante of oom dan als een juf of meester.
Je werkt altijd mét ouders, niet namens hen. Je communiceert nooit met school zonder dat ouders op de hoogte zijn.
Je bent gevoelig voor de culturele achtergrond en eergevoelens van ouders. Kritiek komt vaak hard aan – kies je woorden zorgvuldig.
Je neemt niets over wat bij een andere organisatie hoort, maar verwijst door als dat nodig is.
Je bent flexibel, doet wat nodig is, maar bewaakt ook je eigen grenzen.
Tot slot:
Wat je doet is belangrijk, maar hoe je het doet is nóg belangrijker. Ouders moeten zich gezien, gerespecteerd en serieus genomen voelen. Jij helpt ze hun plek als ouder in Nederland te vinden. Niet door te sturen, maar door samen op weg te gaan.
Gezinsmaatjes – Ouderbetrokkenheid bij Eritrese gezinnen
Betrokken ouders maken het verschil. Als ouders betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind, voelen kinderen zich beter, doen ze het beter op school en is de kans kleiner dat ze uitvallen. Maar ouderbetrokkenheid ontstaat niet vanzelf – zeker niet als er taal- en cultuurverschillen zijn, zoals bij veel Eritrese gezinnen.
Wij zien dat Eritrese ouders vaak grote moeite hebben om aan te haken bij het Nederlandse onderwijssysteem. Ze begrijpen de schoolbrieven niet, weten niet wat er van hen wordt verwacht, en vinden het lastig om in gesprek te gaan met de leerkracht. Dit leidt regelmatig tot miscommunicatie. Ouders vragen hun kinderen om te vertalen, wat onwenselijk is. Naast een taalbarrière is er ook sprake van een cultuur- en opleidingskloof, waardoor de samenwerking met school moeizaam verloopt. Dit vergroot de kansenongelijkheid voor Eritrese kinderen.
Wat doet een Gezinsmaatje?
Als gezinsmaatje help je ouders om beter mee te kunnen doen in de schoolontwikkeling van hun kind. Je bent een brug tussen het gezin en de wereld van school, en je laat de ouders in de praktijk zien hoe samenwerking met school eruit kan zien. Je versterkt de ouderrol en vergroot het vertrouwen van ouders in zichzelf.
Je gaat een jaar lang ongeveer één keer per week na
Deze vacature sluit aan op:
Stagebedrijf
Stichting Vangnet in Deventer
De naam symboliseert het vangnet wat wij voor veel van onze doelgroep zijn. Op dit moment zijn we vooral werkzaam in en om Deventer, maar in de toekomst willen we ook onze vleugels uitslaan naar andere plaatsen.
De stichting zet zich in voor kwetsbare jongeren in de leeftijd van 18 – 23 jaar, zonder dat andere leeftijdscategorieën worden uitgesloten, die in enige vorm van sociaal isolement kunnen geraken door hun persoonskenmerken, achtergrondkenmerken, door hun thuis- of woonsituatie, of die op jongvolwassen leeftijd op zichzelf worden aangewezen door deze jongeren steun, sturing, motivatie en inspiratie op maat te bieden. We zetten ons meer en meer in niet alleen voor jongeren, maar juist voor iedereen wie onze hulp kan gebruiken. Doel is dat zij zich verder kunnen ontwikkelen en volwaardig in de maatschappij participeren. Op dit moment hebben we buiten de groep jongeren ook volwassenen en gezinnen met kinderen in ons bestand.
DE VISIE ACHTER ONZE ACTIVITEITEN: WELZIJN
De werkzaamheden die de stichting doet moeten het welzijn van de burgers bevorderen. De participatie van de burgers staat centraal.
We leven in een overgangsperiode van de verzorgingsstaat (overheid centraal) naar een participatiemaatschappij (burger centraal). Dat veronderstelt zelfredzame burgers die optimaal maatschappelijk participeren.
Echter: participatie van burgers is niet vanzelfsprekend voor iedereen en de voorwaarden voor een participatiemaatschappij ontstaan niet vanzelf. Mensen moeten het kunnen doen en mensen moeten mee willen doen.
Mensen richten hun leven zelf in. Ieder individu maakt regelmatig een soort SWOT-analyse en stelt een plan op ter verbetering van de eigen leefsituatie. Dit is echter voor onze doelgroep een onmogelijke taak aangezien haar afkomst, cultuur en de enorme verschillen.
Interessant voor jou
© Copyright Stichting Erkenning Leerbedrijven Hoger Onderwijs (ELBHO®) 2025.
Alle rechten voorbehouden.